Na de televisie-uitzinding over de risico’s van besmetting van Xylella fastidiosa in Nederland hebben we veel vragen van hoveniers ontvangen. In dit artikel informeren we u over de symptomen, biologie en risico’s van deze bacterie en uiteraard ook welke preventieve maatregelen Greenlink B.V. onderneemt om deze ziekte buiten de deur te houden.

Verspreidingsgebieden
Xylella fastidiosa werd voor het eerst beschreven in 1987 in de Verenigde Staten. De eerste aantasting in Europa kwam voor  in 2013 in de hak van Italië, in de provincie Lecce in olijfbomen, oleanders en amandelbomen. In Californië veroorzaakt dezelfde ziekte enorme schade in de druiventeelt en ook pruimen- en kersenbomen lopen gevaar. Inmiddels zijn er 400 waardplantensoorten bekend. Nederland is nog Xylella-vrij, maar alertheid en preventie zijn noodzakelijk.

Waardplanten
Bijna het gehele boomkwekerij-assortiment, een aantal vaste planten én veel perk-, kuip- en potplanten lopen risico.

De belangrijkste waardplanten in Europa zijn:

Olea europeae (olijf), Polygala myrtifolia (vleugeltjesbloem),  Vitis vinifera (druif), Coffea spp (koffie) maar ook Catharanthus roseus, Citrus, Hebe, Lavandula angustifolia, Nerium oleander, Prunus spp, Rosmarinus officinalis, Spartium junceum en Vinca.

Symptomen
Een belangrijk kenmerk van X. fastidiosa is de mogelijkheid van infectie zonder zichtbare symptomen in de plant. Dit kan van korte duur zijn, maar symptomen kunnen ook maanden of jaren afwezig zijn, of zelfs in het geheel niet zichtbaar worden. Door de latente infecties ontstaat het risico dat X. fastidiosa volledig onopgemerkt kan worden geïntroduceerd in nieuwe gebieden.

De bacterieziekte bevindt zich in de houtvaten van een plant. De bacterie wordt overgedragen door zuigende insecten (met name spuugbeestje, een cicade) die zich voeden met het sap uit de houtvaten en vervolgens andere planten infecteren. Vervolgens treden verschijnselen op zoals:

  • verdroging van het blad
  • afstervende takken, planten en bomen
  • bruinverkleuring van bladranden (bladverschroeiing)
  • bruine plekken met afstervend bladweefsel
  • bladvergeling (tussennervige chlorose)
  • achterblijven in groei, dunner wordende kruin, uiteindelijk sterft de plant geheel af.

Deze verschijnselen lijken sterk op droogtestress.

Wilt u schadebeeld van diverse planten bekijken, klik hier https://gd.eppo.int/taxon/XYLEFA/photos

Mechanische overdracht van Xylella, door handelingen aan een besmette plant, vindt niet plaats (behalve bij enten).

Preventieve controle maatregelen
Bij een uitbraak van Xylella dient de overheid, op basis van Europese regelgeving, verstrekkende maatregelen te nemen om deze quarantaine organisme  uit te roeien.

Voor alle waardplanten die in de EU besmet zijn bevonden (waardplanten)  geldt nu een plantenpaspoortplicht. In Nederland geven de keuringsdiensten het plantenpaspoort af onder toezicht van de NVWA.

Xylella vergt aandacht .Greenlink

Fytosanitaire registratienummer van Greenlink op label van planten

Een plantenpaspoort is een verzameling van verplichte informatie die gedocumenteerd moet zijn bij het verhandelen van alle planten bestemd voor opplant binnen de Europese Unie (EU). Het geeft de identiteit en herkomst van de zending weer en maakt het mogelijk om de oorspronkelijke producent te traceren.

Wat gebeurt er als er Xylella wordt ontdekt?
Er zijn geen middelen om Xylella te bestrijden. Daarom zijn ingrijpende maatregelen nodig als het wordt ontdekt, zoals vernietiging van besmette planten en een vervoersverbod. Dit is nodig om verdere verspreiding – en daarmee een uitbraak in Nederland –  te voorkomen. Rond de bron wordt een bufferzone van vijf kilometer ingesteld. Afhankelijk van de uitroeiingsmaatregelen en de monitoringsresultaten wordt de zone een tot vijf jaar in stand gehouden. Uit deze bufferzone mogen in principe geen waardplanten van Xylella verhandeld worden.

Uitbraak en vondst
De wetgeving maakt onderscheid tussen een uitbraak en een vondst van Xylella. Een vondst betekent dat er Xylella wordt aangetroffen in een recent geleverde handelspartij. Dit blijkt o.a. uit de afwezigheid van besmette insecten, met name cicade. De gevolgen blijven dan beperkt tot de aangetaste partij. De zending wordt sowieso vernietigd.

Bij een uitbraak is de besmetting niet beperkt tot de geleverde partij(en). Als er bijvoorbeeld besmette insecten worden gevonden, wordt een bufferzone ingesteld. Dit houdt in dat in een straal van 2,5 kilometer rondom een besmet gebied, 4 jaar lang geen vatbare plant meer vervoerd mag worden: het gebied gaat in quarantaine. Geen nieuwe planten in de tuin dus, maar ook geen handel voor tuincentra, telers en geen export.

Protocol bij Greenlink B.V.
Handel uit Italië en Spanje is ingekocht bij gerenommeerde bedrijven die onder toezicht staan van de buitenlandse tegenhangers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. ( NVWA).

Onze mensen zijn goed geïnformeerd over de symptomen en blijven attent bij gewashandelingen. Aanwezigheid van cicade wordt gemonitord omdat het een belangrijke aanwijzing is voor deze ziekte.

Naktuinbouw controleert jaarlijks, in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, onze planten op het terrein. Controleurs nemen bladmonsters voor onderzoek in het laboratorium. Bij Olea europaea (olijf) neemt de keurmeester 4 bladeren per plant, bij Nerium oleander en Coffea neemt de keurmeester 2 bladeren per plant. Bij de overige gewassen neemt de keurmeester 2 stukjes twijg per plant.

 

Xylella vergt aandacht .Greenlink

Monstername door Naktuinbouw bij Greenlink 

 

Monstername door Naktuinbouw bij Greenlink
De monsters worden door Naktuinbouw onderzocht via de PCR-methode. Deze methode zoekt naar stukjes DNA die karakteristiek zijn voor Xylella.

We zijn bewust van de risico’s van besmetting door Xylella, en blijven in contact met onze leveranciers en de Naktuinbouw.